Wanneer Sandra voor het eerst van het initiatief “ We Welcome Young Refugees” hoort is haar eerste reactie : “ Dat kan toch niet, wat vragen ze nu van mij?” Bang om niet met “ die mensen” te kunnen omgaan, bang om het niet aan te kunnen, en ook de vraag “ waarom het zo ver gaan zoeken als er hier al zo veel ellende is?” Toch droomt ze er nu van ook andere clubs over de streep te trekken. “ Als iedereen een klein dingetje doet is dat toch niet zo moeilijk?”
Croque-monsieurs voor de jongens
In de cafetaria’s van sportclubs zit je met je vrienden aan tafel en laat je het smaken. In Kraainem zorgt Sandra daarvoor. Vanavond maakt ze croque-monsieur, het lievelingsgerecht van de ” jongens” Met een flinke laag ketchup. “Het moet ervan af druipen!”
Sandra zet alles klaar zodat de NBMV (niet-begeleide minderjarige vreemdelingen) kunnen genieten van hun avond in de club. “Boterham!” , “Cheese” vragen de spelers die al van haar croque-monsieur geproefd hebben. Tijdens haar dienst praat en lacht Sandra veel met hen.
« Ik zeg niet graag‘devluchtelingen’. Ik zeg altijd ‘mijn jongens’ » zegt Sandra terwijl ze kijkt wie er vandaag weer bij is. Op woensdagmiddag zijn de kinderen van het centrum van Rixensart hier. Elke dinsdag- en vrijdagavond zijn het jongeren die passeren in het centrum van Fedasil in Sint Pieters-Woluwe en die met de U21 komen trainen. Sommigen zijn hier al geweest, anderen zijn nieuw en sommigen komen niet meer terug, die zijn naar een andere opvangplek gegaan. Sandra denkt vaak aan hoe het hen vergaat.
Tussen Sandra en Fofana zijn sterke vertrouwens- en vriendschapsbanden ontstaan. Van bij het begin had Sandra door hoe goed de jongen kan voetballen. “Er staat een kei op het veld” had ze naar de voorzitter geroepen. Sindsdien volgt ze Fofana’s projecten en steunt ze hem op materieel en moreel vlak.
Alleen aan het voetbal denken, praten, plezier maken
Die jongens zijn nog jong maar hebben al een ‘zwaar verleden’. Sandra had al wel een vaag beeld van wat migranten meemaken maar het ven hen zelf vernemen is nog heel iets anders.. “Sommigen tonen me op hun telefoon welk traject ze hebben afgelegd. Als je moet weggaan zonder afscheid te kunnen nemen van je moeder, als ze je geld afnemen, je slaan, als je met een bootje de zee moet oversteken … Ik zou niemand meer vertrouwen. Die jongeren zijn heel sterk”. vertelt ze.
Sandra is er elke avond om de gasten eten te geven. Door haar spontaniteit, haar warmte en haar eenvoud valt elke schroom weg. Ze weet altijd hoe het ijs te breken en zelfs de meest verlegen kinderen te laten lachen. “ Ik zou willen dat wanneer ze naar de club komen, ook al is het maar voor een paar uurtjes, die jongens ereven tussenuit kunnen. Alleen denken aan voetbal, praten enplezier maken.”
Op een dag krijgt Sandra een tekening van een kind dat op woensdag komt. “ Ik word daar afgebeeld als een Afrikaanse mama die in een ketel soep kookt.” Ontroerd denkt ze aan de moeders ‘van ginder’. Zij voelt zich ergens verbonden met hen. “ Als mijn kind alleen in een ander land zou aankomen zou ik blij zijn dat het mensen ontmoet die het opvangen en helpen om weer een leven op te bouwen.”
Sandra heeft drie dochters die haar heel dierbaar zijn en die haar regelmatig komen helpen in de cafetaria. Hier zien we haar met Manon.
Een tattoo drukt Sandra’s liefde uit voor haar gezin : een windroos met de voornamen van haar kinderen en van hun vader. De T eronder is van Tigrou, haar hond.
Sandra wil dierenleed bestrijden en zou graag als vrijwilligster werken in een dierenopvangcentrum. Vijf keer per dag laat ze Tigrou uit, die lijdt aan artrose. ’s Avonds neemt ze hem mee naar Kraainem. Het is de mascotte van de club, iedereen zegt hallo of wil met hem spelen.