Salah

Salah

Het zijn mijn broertjes

Tekst: Jehanne Bergé - Foto's: Johanna de Tessières

Elke dag van de week is de 26-jarige Salah aanwezig. Als hij niet aan het trainen is met zijn ploeg van vierde provinciale met o.a Fofana, Abdou en Victor, coacht hij jeugdspelers of houdt hij zich bezig met de jonge asielzoekers en – zoeksters.

Op woensdagavond wacht Salah op Ramzan, 10 jaar oud, die uit Tsjetsjenië komt. Hij neemt hem mee naar huis in Waver. Er is een sterke band ontstaan tussen de twee voetballiefhebbers.

Woensdag, zes uur. Ramzan, Orphée, Félix en Mahan zijn klaar met trainen. Tijd om terug te keren. Lachend stormen ze naar het witte busje. “Rustig maar, hebben jullie de gordel om?” vraagt Salah. Hij rijdt weg, er weerklinkt rapmuziek, het adrenalinepeil daalt weer.

De stille kracht

Enkele keren per week rijdt Salah als vrijwilliger met zijn busje in Waals Brabant heen en weer om de jongeren op te halen in het centrum van Fedasil in Rixensart of Ramzan bij zijn moeder in Waver. Hij haalt ook de NBMV ( Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen) op in Sint Pieters-Woluwe. Zo kunnen ze veilig FC Kraainem bereiken. Identiteitscontroles, onkosten, gebrekkige kennis van de omgeving; het is niet makkelijk om je te verplaatsen zonder de juiste papieren. « Sommigen hebben geen contact meer met hun ouders, ze zijn alleen naar hier gekomen. Dat ze in het centrum wonen is het beste onderdeel van hun verhaal. Het is vreselijk om te horen wat ze hebben meegemaakt. Na twee weken heb ik gezegd dat ik hen niet meer wilde vervoeren, te veel emoties. », vertelt hij terwijl hij rijdt.
Maar Salah besluit verder te gaan en zet zich voor 100% in. In zijn busje en in de club doet hij wat hij kan om de jongeren op te monteren, hij moedigt hen allemaal aan. « Thuis heb ik vier zusjes, dit zijn mijn broertjes. »

Vroeg in de ochtend, op weg naar Kraainem. Salah is Ramzan komen ophalen in het Fedasilcentrum in Rixensart, waar vluchtelingengezinnen worden opgevangen.

SALAH

Verbinding tussen twee werelden

In het busje is de kalmte al voorbij. De spelers herbeleven de training, een mooie pass, een hardloopoefening. « Rennen Ramzan, rennen », de stem van coach Randy galmt nog na …

Op de achterbank heerst de grootste opwinding, de een laat zijn drinken vallen, de ander duwt een koekje kapot, ze lachen en brullen. Om de kinderen weer rustig te krijgen bedenkt Salah een spelletje : zo lang mogelijk zwijgen. Na een paar minuten roept een van de kinderen: “Als de nacht valt waar gaat de zon dan heen? ” En daar ontspint zich weer een discussie, over het licht, de dageraad, de oorsprong van het leven. Salah glimlacht, handen op het stuur, blik in de spiegel. Achterin worden er moppen verteld, ze proesten het uit, ze zijn niet meer te houden. De chauffeur verandert van toon, de jongeren begrijpen dat ze het nu rustig aan moeten doen. Ieder heeft zijn plek in dit busje dat een verbinding tussen twee werelden vormt.

Salah praat met zijn moeder en zijn zus in het ouderlijk huis in Overijse. Zijn moeder zegt trots: “In de sport is Salah als een trein zonder remmen, als hij wordt losgelaten, heeft hij een tomeloze energie.”

We komen aan in Rixensart; Félix, Orphée en Mahan stappen uit. Nu Ramzan afzetten in Waver. Salah begint hem goed te kennen en waakt over hem. « Laatst zag ik hem om 11 uur ’s avonds nog een Instagram live maken, ik heb gezegd dat hij moest gaan slapen om de volgende dag in vorm op school te verschijnen! »

Als hij niet traint of bezig is met vluchtelingen, coacht hij jonge spelers.

We zijn er. De jonge speler is terug bij zijn mama, Milena. Met de hand op het hart bekent ze : « Ik ben verlegen, ik durf het Salah niet te zeggen, maar dat hij rijdt helpt me heel veel. »

Salah bracht Marie-Claire van het Fedasil centrum naar de club in Kraainem en voorzag haar van de juiste kledij voor haar voetbaltraining.