Mohammad (schuilnaam) is een NBMV (niet-begeleide minderjarige vreemdeling). In volle coronacrisis is hij in België aangekomen waar deze jonge Afghaan zich snel ontplooit. Zijn opvangcentrum in Overijse, zijn Brusselse school en de voetbalclub van Kraainem vormen de drie pijlers van zijn integratie.
Hij is amper 16 wanneer hij in september 2020 in België aankomt; na zijn vertrek uit Afghanistan is hij vijf maanden onderweg geweest. Hier heerst het coronavirus maar hij heeft zich nog nooit zo vredig en vrij gevoeld. Het water stroomt hier vanzelf uit de kraan, mensen spreken met wie ze willen en dragen wat hen zint, zelfs heel originele en kleurrijke kleren. Je eet hier wanneer je honger hebt en de woorden “bom” en “oorlog” zie je eerder in een geschiedenisboek dan in de plaatselijke krant. Na een kort verblijf in een Franstalig Fedasil centrum wordt Mohammad naar Overijse gestuurd, in een opvangcentrum voor NBMV. Na een paar maanden spreekt hij al vlot Nederlands. De jongen werkt hard op school en beseft ook hoeveel geluk hij heeft om iedere dag naar die school in hartje Brussel te kunnen gaan. Hij droomt ervan zelfstandige te worden, in de elektriciteitssector of de architectuur. Binnenkort neemt hij deel aan een alternerende opleiding.